Renzo heeft een slakje mee naar binnen genomen. Hij zit met het slakje in zjn hand in de kring. Omdat het tijd is om te eten zet hij het slakje op het bankje dat vlak naast hem staat. Na het eten is zijn slakje verdwenen.
Renzo: Mijn slak is verdwenen.
Liam: (ziet Renzo zoeken) Wat zoek je?
Renzo: Mijn slak.
Liam: (roept) Daan! De slak is weg!
Renzo: Ik vind hem niet!
Renzo is teleurgesteld en blijft zoeken. Gelukkig vindt hij hem uiteindelijk weer. Het slakje is een hoekje van de bank gekropen. Renzo is heel erg blij.
Liam: Heb je je slak weer gevonden? Ik heb een plek gemaakt, dat is onze plek!
Terwijl Liam verder aan de plek bouwt, blijft Renzo bij zijn slakje.
Liam: (opgewonden) Ik wil hem daar hebben!
Renzo legt de slak in 'het plekje'. Ik heb een deken voor hem (legt stro over het huisje van de slak). Nog meer muur! Nog meer muur! Hij moet ook een bedje. (Hij moedigd Liam aan door te bouwen.)
Renzo: Poeh, hij heeft een kamertje.
Als eerste komt Daan, die al eerder door Liam erbij gehaald is, bij het bouwwerk van Renzo en Liam kijken. In de tussentijd trekt de gebeurtenis ook de aandacht van nog meer kinderen. Zij bemoeien zich ook met 'het plekje'. Het stort in.
Renzo: (Razendsnel bevrijdt hij zijn slakje en beschermt hem weer op zijn eigen manier) Gelukkig, ik heb het slakje gered.
De kinderen bouwen 'het plekje' weer op. Om het sterker te maken hebben de kinderen superlijm nodig. Irma heeft geen superlijm, maar wel superplakband.