Observatie

De onderzoeksvraag was: Hoe kun je nog meer een spoor maken?
Onze focus was: Wat gaan de kinderen vertellen, wat gaan ze gebruiken om een spoor te maken en wat gaan ze doen?Eerst gingen we terug naar de ervaringen van gisteren. We lieten de foto's zien van Maartje die op het schoolplein liep zonder dat ze een spoor achter liet.Er kwamen weer allerlei ideeën over sporen tevoorschijn. Van een moterbike of van een tijger of een leeuw. Wolven, schoenen, fietsen. Dinospoor, zouden we dat nog kunnen zien?Zakaria ging het spoor van een leeuw tekenen op het schoolbord.
Josse maakte een kippenspoor.  Hij wist alleen niet meer of een kip nu 3 of 4 tenen had.
Toevallig zijn er kleine kuikentjes op school en ging juf Saskia die halen om aan de kinderen te laten zien hoeveel klauwtjes ze hadden.
De kinderen gingen de klauwen tellen. Het zijn er 4. We lieten het kuikentje in zand lopen waardoor het een mooi spoor achter liet.Toen het kuikentje weer weg werd gebracht vroegen we de kinderen hoe je een spoor zou kunnen vinden als je je vader en moeder kwijt bent in het bos.
"Ik ga papa's en mama's voeten zoeken."
"Kompas van mijn broer, daar vind je ook de weg mee".Boswachter bellen, stokken in de grond doen......Zou je ook een spoor kunnen bedenken dat echt blijft, dat niet weg waait of regent?
Jori bedenkt met tape een spoor en laat dit zien op de grond.
Mitchel vraag zich af of de tape wel in de modder blijft plakken.
We doen een klein onderzoekje, en het blijkt dat het maar een beetje blijft plakken.
Wesly bedenkt ook een spoor met tape maar in kleine stukjes zoals bij een fietspad.Hierna volgt een spoor van stenen, blokken en kapla. De groep kijkt aandachtig, maar het begint te kriebelen om zelf te gaan ondernemen. Er wordt een spoor van boeken gemaakt, van auto's, potloden, tape, draad, papier, kwasten.........Het is opvallend dat alle kinderen echt betrokken bezig zijn. Ook de communicatie loop geweldig. Er wordt samengewerkt, op elkaars sporen gelet, gelachen en onderhandeld.
Vele begrippen passeren de revue, zoals tellen, lang, kort, meer, minder. Ik ben al weer zo ver of zo dichtbij.We lieten alles staan en na de pauze was het een fijne ervaring om te zien hoe enthousiast de kinderen hun sporen aan de ouders lieten zien.