Observatie

Johan en Zubair gaan met stenen een vulkaan bouwen.
Ze overleggen eerst wat de beste plek is om de vulkaan te bouwen. Johan: Als je alle stenen buiten zet, omhoog maakt, en bladeren erop legt, en de wind komt, gaat het knallen en omhoog. En dan gaan de bladeren omhoog. En dan lijkt het net op een vulkaan. Dan besluiten ze dat de vulkaan buiten gebouwd moet worden. Maar volgens Zubair kan de vulkaan dan gestolen worden. Johan heeft daar een oplossing voor. Johan: We kunnen een huis maken met een sleutel, en een vulkaan erin bouwen. Adelijn wijst een plek in het atelier aan waar ze de vulkaan ook zouden kunnen maken. Adelijn: We zouden hem ook hier kunnen maken. Zubair: Ja! Johan: Ja! Goed plan! Uiteindelijk besluiten ze de vulkaan op een plaat in de gang te bouwen, die ze dan later het atelier in zullen slepen. Tijdens het bouwen praten Johan en Zubair veel over wat ze aan het doen zijn, en waarom. Johan: We moeten hoekjes maken dat er geen muizen in kunnen. Johan: Hij wordt heel sterk en knallig. Als het donker is gaat ie explosie knallen. Zubair: Hij geeft rook! (Hij schuift twee stenen over elkaar, waarbij er stof vanaf komt) Johan: We moeten eerst de vuurman en de tijger erin zetten. Adelijn: Laat ze eens zien. Johan: Die zitten erin, die zitten op slot. Zubair zet een halve bloempot neer in het midden van het bouwwerk, als een soort krater. Zubair: Hier komt vuur uit, hier is de vuurpijp. Johan: Nee kijk, als we deze nou hier zetten, en er komt rook uit. Johan: We moeten bladeren halen, dan kunnen we blazen en dan gaat de explosie eruit. Ze vinden dat ze ook zand nodig hebben. In de klas zijn nog zakjes en flesjes met zand. Ze strooien zand in bepaalde gaten van de vulkaan. Even later halen ze buiten bladeren, die ze pas aan het einde van het bouwen op de vulkaan plaatsen. Zubair heeft onderweg een rietje gevonden. Zubair: We kunnen ook het rietje zo erin stoppen. Adelijn: En waarom hebben we die dan nodig, Zubair? Zubair: Voor het licht. Johan: Voor het licht, als het donker is, dan komen er echte vuurbubbels uit. Adelijn: En is één rietje dan voldoende? Zubair: Nee we moeten er meer pakken. Zubair komt met rode, gele, blauwe en groene rietjes aanzetten. Adelijn: En welke kleur is nou het meest geschikt voor de vulkaan? Zubair: Rood. Johan: Nee, alle kleuren zijn gestrikt. Zubair: Met rood komen er vuurbubbels. Uit het atelier haalt Zubair de gelamineerde foto van hemzelf waarop hij de 'gasman' is. Hij plaatst de gasman bovenop de vulkaan. Johan is het er niet mee eens en probeert de gasman weer weg te halen.Johan: Nee! Anders kan ie niet ontploffen!Adelijn: Zubair, waarom heb jij de gasman daar bovenop gezet?Zubair: Omdat hij is de papa van de vuurman!Adelijn: En, Johan, waarom vind jij het niet goed?Johan: Maar hij moet in de vulkaan, anders gaan ze spook zien.Voorlopig blijft de gasman staan. In een later stadium vraagt Zubair aan Johan om hem weg te halen.Adelijn fotografeert en Zubair vindt dat erg interessant. Hij wil ook kijken en fotograferen. Adelijn legt uit wat hij moet doen om een foto te maken, veraf, dichtbij. Zubair maakt verschillende foto's van de gaten in de vulkaan. Later fotografeert hij Johan bij de vulkaan. Als ze klaar zijn met bouwen schuiven Johan en Zubair met hulp van Adelijn met man en macht de plaat met de vulkaan naar het atelier. Uit de vulkaan steekt een latje met een puntige pijl.Johan: Kijk, de vulkaan wijst de weg daarheen!