Het project­bureau van Toe­val Ge­zocht ini­ti­eert, or­ga­ni­seert en on­der­steunt re­gio­na­le net­werk­groe­pen, een lan­de­lij­ke the­orie­groep, ten­toon­stel­ling­en, con­cer­ten en con­fe­ren­ties.

Observatie

Waar en hoe wonen de diertjes?

Ingmar: Onder de grond zitten kleine huisjes, dieper, ik denk dat we er scheppen voor nodig hebben. Je kan met een stok duwen en draaien, dan kom je bij modder, daar leven regenwormen en andere wormen.'
Liam: Ze zitten heel diep in de grond, ook aan de zijkanten, heel veel pissebedden.
Ingmar: Waar jullie lijnen hebben gezet, daar zitten heel veel beestjes.
Anouk: De wormen zitten heel diep onder de grond. Als je niet diep kan graven, kan je ze niet vinden. Soms zijn ze wel eens boven de grond.
Ingmar: De beestjes gaan achter de lijn, omdat ze bang zijn voor de kinderen.
Anouk: Omdat wij daar niet zijn.
Shannon: Omdat wij groot zijn en de spinnetjes zo klein, gaan ze onder de grond, ze zijn bang.
Ingmar: Er zijn huisjes in de grond: sommige driehoeken en sommige vierkant. Ze komen erin door kleine gaatjes.
Liam: Ze trekken zich in de aarde. Ze zitten in een blikje met aarde en zitten daar dan in.
Ingmar: Toen alles nog grijs was, hebben ze een tunnel gegraven. Daar hebben ze een steentje opgedaan, dan weten ze precies waar hun hol is.
Lorenzo: Ik weet hoe de holletjes eruitzien. Een soort blok met allemaal ronde gaatjes, daar gaan ze in en een winterslaap doen. Met z’n allen hebben ze heel veel holletjes gegraven. En wat eten meegenomen: blaadjes, gras, vliegen. Ze pikken de vliegen.
Jamy-Lee: Laten we nu maar naar buiten gaan.

62

Waar en hoe wonen de diertjes?

dag 09
16 april 2010
Het kringgesprek van deze ochtend
Toeval Gezocht on­der­zoekt as­pec­ten van de re­la­tie tus­sen kunst en le­ren. Ei­gen on­der­zoek, als op­dracht­ge­ver van on­der­zoek en sa­men­wer­king met we­ten­schap­pe­lijk on­der­zoek.