We geven de kinderen kleine vellen papier mee naar buiten om tekeningen op te maken van wat ze eerder hebben gezien.
Later op de ochtend kunnen de kinderen in groepjes een grotere tekeningen maken van wat ze hebben onderzocht of hebben beleefd op het veld.
De kinderen gaan buiten enthousiast tekenen.
In het atelier laten we de kinderen kiezen of ze alleen of met elkaar tekeningen willen maken.
Taylan gaat alleen aan een tekening werken. Hij tekent een boom en vertelt: 'Dit is een torretje op de boom. Dit is een gat voor het torretje en dit is modder op de boom, dat hebben de kinderen gedaan.' Later tekent hij een huis bij de boom. Hij lacht. 'Ik heb een deur boven gemaakt voor de buurman, dan valt ie eruit. In de put en dat is vies. Buurman wil door het raam heen. Hij is te groot voor de deur en kan niet naar binnen omdat de sleutel bij het raam ligt. Ik ben klaar. Ik heb goed gewerkt.'
De kinderen tekenden de boom, de tor of de stenen. Opvallend was dat ze toen ze buiten gingen tekenen, niet datgene tekenden wat ze zagen, maar dat wat ze eerder op de ochtend hadden beleefd. De tor kwam terug in vele tekeningen.
Daarna werden er in het atelier grotere tekeningen gemaakt in groepjes.Terwijl ze bezig waren werden de tekeningen steeds verhalender en fantaseerden de kinderen al tekenend.