De eerste dag hebben we het veld voor het eerst verkend. Hier gaan we mee door. Hoe onderzoeken de kinderen het veld verder? Gaan ze weer aan de slag met de vondsten van de vorige keer? We hebben bakjes, bestek (lepels en messen) en takken meegenomen die de kinderen kunnen gebruiken als onderzoeksmaterialen. De weersvoorspellingen zijn bijzonder slecht, zodat we besluiten dat we ook van binnen naar buiten het veld kunnen verkennen. In het atelier kunnen de kinderen werken met oliepastels en met klei.
Bij het terras ligt een tegel los. Deze tegel wordt eruit gehaald. Sam is er in aan het graven met een schep. Er komen meer kinderen bij staan. Door het graven komen de wortels van de grote boom bloot te liggen. Sam roept: “Een beugel!’
Taylan zegt even later: “Ik denk dat het sterke stokken zijn!”
Andere jongens graven met hun stokken.
Sam zegt “kijk ik heb het oranje ding eruitgehaald!” “Zie bloed!” wordt er geroepen.
Na de pauze besluiten Youri, Rico en Jordy samen een tak te maken. Jordy heeft al een heel lang stuk gerold van de klei. Youri ziet het lange stuk van Jordy en zegt: “Dan gaan we ze aan elkaar doen.”
Youri: “Jordy je moet een stok maken!”
Youri en Rico willen steeds meer klei om hun tak als maar langer te maken. Juf Sietske geeft hen een tip: “Hoe kunnen we klei ook alweer langer maken?” Rollen. Zo wordt hun stok nog langer zonder dat ze veel meer klei nodig hebben.
Youri en Rico hebben een hele lange stok van klei gemaakt.
Jacco en Jenaya bekijken hun werk. “Kijk hoe een lange stok zij hebben gemaakt!” zeggen ze. “Veel langer dan dit” Ze wijzen naar de echte stok die naast de stok van klei ligt. Jacco en Jenaya meten met hun voeten de lange klei stok. “Een, twee, drie, vier, vijf..”
De stokken inspireerden de kinderen tot verschillende activiteiten. De stokken werden op verschillende manieren gebruikt: om de regendruppels van de bladeren van de boom te slaan, om mee te graven, om tegels uit het terras te wippen en om 'na' te boetseren.
Sommige kinderen boetseerden ruimtelijk en anderen plat.