Het is tijd om te gaan samenspelen met de hele klas. De kinderen hebben veel ideeen over draken-, spoken- en monstermuziek. Jamie zegt dat hij juist géén spokenmuziek wil maken.
Het orkest krijgt instrumenten. Theun herkent dit van zijn vorige school: hij vertelt meteen hoe het werkt met een dirigent etc.
Matthijs werpt zich op als vrijwilliger: hij zal het wel even proberen.
De kinderen die mogen dirigeren vertellen aan de klas wat voor muziek het moet worden en wat de verschillende gebaren betekenen.
Matthijs heeft een mooi gebaar gevonden voor hard (horizontale bewegingen), zacht (verticale bewegingen) en 'middelmatig hard', schuine bewegingen.
Hij brengt zo meteen nuance aan in het orkest.
Jamie wil graag dat iedereen wind muziek maakt. Dat kan met fluitende geluiden en dan op instrumenten. Hij wil het eerst heel ingewikkeld maken, maar houdt zich dan toch aan de meer standaard-dirigeer gebaren, die ook door Matthijs werden gebruikt.
De kinderen hebben heel erg de neiging hun eigen nuance toe te voegen aan de bewegingen: 'Als ik zo doe, dan doen jullie dit...' etc.
Het werken met de grote groep bevalt de kinderen goed, maar natuurlijk is niet iedereen aan de beurt geweest.
Volgende keer proberen we dat wel te realiseren.
Ook was er weerstand tegen het spelen op een shaker-egg, in het grote orkest kan je met zo'n eitje niet lekker meespelen. Volgende week gaan we met een orkest en een koor werken, zodat we meer mogelijkheden hebben voor de vocalen en interessantere instrumenten in het orkest.