Nicoline en Inki zijn er vandaag. Ze hebben een bijzonder lied meegebracht, een Ierse jig. Nicoline en Inki leren het lied aan ons. Het is een lied waar iedereen aan mee kan doen en waarop iedereen kan improviseren. Het bestaat uit drie delen: een instrumentaal stuk met twee violen, een liedje met bewegingen ‘stok in de lucht zo hoog als je kan’, en een vrij gedeelte met ruimte voor improvisatie, bijv. vraag en antwoord.
Al na een paar keer het lied gehoord te hebben beginnen er kinderen spontaan mee te stampen en mee te bewegen. Vooral Dani reageert meteen vol enthousiasme met bewegingen met zijn armen, die precies meegaan met het ritme en de melodie. Hij kijkt regelmatig met een stralend gezicht naar zijn vriendje Djalil of die het ook zo leuk vindt.
De kinderen hebben lol in het lied, het vraag/antwoordstuk vinden ze grappig, ze moeten erom lachen. Geboeid kijken ze toe bij vraag en antwoord tussen de twee violen en de viool en Debby. Als Inki met haar viool om de beurt een kind uitnodigt te antwoorden, beginnen ze schuchter met hun stem. Ze vinden het spannend én heel grappig. Met klappen en stampen in het ‘stok in de lucht’ deel doen ze allemaal voluit mee.
Het lied spreekt de kinderen erg aan. Ze staan helemaal open voor het speelse improviseren in het vraag/antwoord stuk en voor de bewegingen die bij het lied met ‘stok in de lucht’, ‘zet klaar’ en ‘zet je voeten stevig neer’ horen. De jig werkt echt aanstekelijk en de kinderen kunnen het snel en enthousiast meezingen en improviseren.
Juf Marjanne was heel enthousiast over de manier waarop het improviseren is opgebouwd in dit lied, zij noemde het "ijzersterk": eerst was er alleen vraag-antwoord met de stem, en pas later met de violen erbij.