Op de vraag: "Wat is muziek eigenlijk?", is het eerst even stil. Dan gaat het snel over instrumenten, die de kinderen thuis hebben.
Sofia: "Ik heb een grote fluit."
Debby: "Is die van jou of van mama en papa?"
Sofia: "Van mama en papa."
D: "Wat voor muziek speel je daar op?"
Sofia: "Trompet."
Dani: "Ik heb een gitaar en een fluit."
Djalil: "Ik heb een speelgoedgitaar en een Marokkaanse trommel. Die is aan de bovenkant stuk, daar zit een gat in."
Sven: "Ik heb een trommel thuis. Ja het is een hele grote. Waar mijn hele familie op kan spelen."
Ander kind: "Dan moet je wel veel stokjes meenemen."
Debby: "Speel je daar met je handen op of met stokjes?"
Sven: "Met stokjes."
Debby: "Is het een trommel of zijn het heel veel trommels?"
Sven: "Het is een trommel aan elkaar. Voor 5 personen."
Debby: "Wat spelen jullie dan daarop?"
Sven: "Donghi Mombe Mbudzi."
Debby: "Dat vind ik leuk om te horen!"
Sven: "En ik heb er ook een microfoon bij."
Tijn: "Ik heb een fluit en een trommel."
Evi heeft een drumstel en een Spaanse gitaar.