In het muzieklokaal spelen we in de groepjes met instrumenten. Eén groep mag voor de klas voorspelen.
Daarna zingen we een lied dat de ‘Ierse Jig’ heet: kinderen zingen, bewegen mee en mogen per twee meespelen op een kleine viool. Ook wordt het trommel lied nog herhaald.
We eindigen de muziekles in het klaslokaal met nog één rustig luisterstuk van de strijkers.
De blauwe groep mag vandaag voorspelen wat ze met instrumenten gespeeld hebben. De rest van de klas luistert naar hun muziekstuk. Bij het spelen van de groep valt op dat de aandacht van de kinderen steeds verschuift: ze letten op hun eigen instrument, en kijken dan soms naar de rest van de groep of naar het publiek.
Het lied de Ierse Jig vinden de kinderen leuk, ze doen hun best om mee te doen met de bewegingen. Omdat het ze nog niet goed kennen zingen ze nog niet veel mee.
De kinderen raken steeds meer gewend aan het muziek maken in groepjes. Ze luisteren naar elkaar en letten op, bijvoorbeeld bij het eind als Jelle aangeeft wanneer het eind van het muziekstuk is.