In de kleine groepjes praten we over wat voor muziek de kinderen zelf willen maken: waarover zouden de kinderen zelf liedjes willen maken? Daarna gaan we eerst zonder en daarna met instrumenten muziek maken over verschillende thema’s die de kinderen zelf noemen.
In de rode groep zitten Steffan, Ines, Matthijs, Amir, Suus, Tijs en Indira. We praten over de muziek die de groep wil maken. Steffan wil een liedje zingen, en zingt een kinderliedje ‘Olga’ dat hij kent. Daarna praten we over hoe je muziek kunt bedenken. Matthijs wil een stukje fluiten. Hij bedenkt dat we met elkaar ‘een muziekje kunnen bedenken om te fluiten’. De kinderen die niet fluiten mogen van hem dan mee zingen en mee klappen.
Daarna doen we een klein muzikaal gesprekje met het hele groepje. Iedereen let op elkaar en reageert op elkaar, er wordt getrommeld, stemgeluiden gemaakt en gefloten.
Daarna gaan we hetzelfde doen op instrumenten. Ook bij het spelen op instrumenten wordt op elkaar gereageerd en echt samen muziek gemaakt. Als laatste wordt er een heel spannend muziekstuk gespeeld: Matthijs begint op de trommel en iedereen begint heel zacht te spelen, dit levert hele mooie muziek op.
In de rode groep ontstaan veel muzikale ideeën: bijvoorbeeld Steffan en Matthijs. Het valt op dat Matthijs echt een idee heeft hoe de muziek moet klinken en weet wat hij wil.
Bij het muziek maken (met en zonder instrumenten) lette iedereen echt op elkaar, er werd heel mooi op elkaar gereageerd.