In de muziekles zijn Petra en Inki er ook. Eerst luisteren we allemaal naar een concert: een muziekstuk op de 2 violen. Daarna zingen we het Goede Dag-lied met elkaar terwijl de violen mee spelen.
Dan spelen Petra en Inki een ‘duo’ op de viool. De kinderen luisteren of ze precies hetzelfde spelen of dat ze allebei iets anders spelen. Dan mogen de kinderen mee bewegen met hun handen met de muziek: de korte noten horen snel hun vingers en de lange noten met hun handen heen en weer.
De kinderen luisteren geconcentreerd naar de vioolmuziek, en geven applaus aan het eind. Bij het Goede Dag lied zingen de kinderen hun naam met mooie lange melodieën en gevoel voor hoge en lage noten. Een paar kinderen durft hun naam nog niet te zingen. Bij het zingen van het refrein van het lied gaan de kinderen vanzelf mee klappen.
De kinderen bewegen met hun handen mee met de vioolmuziek. Ze wisselen op het goede moment af tussen snel met de vingers bewegen en langzaam met de hele armen.
De kinderen leren steeds beter om langer naar muziek te luisteren en zijn dan heel geconcentreerd. Ook kunnen ze goed horen wat de violen spelen: de korte noten en de lange melodieën.