In het vrije spel werken Silke, Koen en Michiel samen op de gang.
Silke zingt het lied.
Michiel: Goed zo!
Silke: Maar ik weet niet wat ik moet zingen
Michiel: Zing het nog een keer!
Silke: Maar ik kan ook wat anders doen
Michiel: Je kan ook wat anders doen, dat kan altijd!
Silke: Ik kan altijd wat anders doen
We horen heel zachtjes:’…..oh lieve maan….wil je met me spelen…..’
Fatima komt erbij zitten en geniet mee.
Koen bespeelt de viool net als Michiel, hij houdt hem vast als een cello. En speelt op de d snaar mee. Michiel speelt een ritmische bas lijn.
Bij het presenteren speelt Koen (bijna) niet meer mee.
Silke geeft aan dat ze niet weet wat ze moet zingen. Daarnaast zegt ze: ‘Ik kan altijd wat anders doen’
Zij gaat, eerder ook al zo lijkt, op een improviserende manier te werk. Zij bedenkt ter plekke nieuwe zinnen om toe te voegen aan het lied. De melodie van het lied blijft binnen de kwint.
Opvallend was nog dat de vorige week, toen de ukelele er niet was, Silke aangaf niet aan haar lied te kunnen werken.