Na een kort gezamenlijk begin mogen de kinderen direct aan de slag met het instrumentarium. Deze worden, verdeeld over 4 matten in de ruimte aangeboden. Er ligt ook papier bij (blanco A4, muziekpapier met brede balken) met en zonder pennen of potloden.
We gaan onderzoeken of ‘het ergens heen moeten lopen’ voor pennen of andere instrumenten de fixatie en het niet bewegen verminderd. En verder, is er voor de kinderen een relatie tussen noteren en spelen. Zouden de kinderen het papier gebruiken om muziek vast te leggen? En hoe dan?
Eerst klinkt er ‘veel’ geluid; Flint speelt met een oor dicht, heel hard op zijn instrument. Hij hoort zijn geluid dan beter.
Dan wordt het overall geluid langzaamaan zachter; de kinderen gaan zich verspreiden door de ruimte.
Veerle en Mika spelen in hun groepje samen op de xylofoon:
Veerle wipt telkens omhoog wanneer ze speelt. Anderen zeggen over haar muziek: ‘Het was ook een beetje klassiek’,‘Het klinkt als roodkapje’.
Sepp zegt: ‘Ik hoor mijn muziek ook niet, dan gaan we om de beurt. Mag ik dan wat opschrijven, maar er ligt geen pen bij.’ Het groepje gaat uit elkaar. Later komen zij weer bij elkaar terug. Leo legt dan uit aan Sepp hoe het klinkt bij een ander groepje: ‘Ik hoorde paarden en regen.’
Jade zegt: ‘Ik wil wat opschrijven maar ik weet niet wat.’
Later zit zij, samen met Mika en Nicia op een mat gebogen over hun papier. Zij overleggen en gaan dan weer druk schrijven. Tegen het einde van de les vraag ik hen wat zij gemaakt hebben: Zij hebben muziek getekend. En ik, Emma moet het uitvoeren!
Opvallend is dat de kinderen zich vrijer lijken te voelen om te veranderen van gedachte, een ander instrument te pakken, te bespelen, te tekenen en te luisteren bij elkaar. Vandaag was er dan ook niemand in tranen omdat zijn/haar geluid niet hoorbaar was.
De beweging is weer terug in de ruimte. Van kinderen die iets nodig hebben, een pen, een ander stokje, maar ook dat er bij andere groepjes wordt geluisterd en dat die geluiden worden besproken en gekoppeld aan woorden zoals bijvoorbeeld 'paarden en regen'
De lijn- en woordentekeningen 'toet toet…lilili…555..papapa' enz. voert Emma op verschillende manieren uit. Jade doet voor hoe 'toet' moet klinken. Emma imiteert haar maar brengt ook variatie in de letters aan. Jade volgt de letters op haar papier met haar vinger. Ook dat imiteert Emma maar doet dat in de lucht. Dan zien alle kinderen het. sommige kinderen doen mee. De letters/ vormen in de lucht volgt Emma met haar stem. Sommige kinderen moeten er van lachen, sommigen doen mee, sommigen kijken en luisteren...