Het is de laatste “gewone” les op school voor de einduitvoering in het dorpshuis. Volgende week hebben we nog een 'generale repetitie', maar die zal in het dorpshuis plaatsvinden.
We beginnen de les door het arrangement van “donghi mombe mbudzi” te oefenen.
Daarna leren de kinderen een Nederlandse tekst bij het liedje 'Shiri Yakanaka':
“Lief klein vogeltje, kom maar gauw bij mij!
Kom maar, kom maar, want dan word ik blij!”
“Ik vlieg naar de wolken, hoog in de lucht
Vliegen, vliegen, vliegen, een verre, verre vlucht.”
Dan leren de kinderen het liedje “aram samsam” met bewegingen.
Oefenen voor het optreden gaat prima. De kinderen vinden het liedje “shiri yakanaka” heel leuk en hebben er zin in om een Nederlands stukje erbij te leren. We zingen het Afrikaanse liedje, dan het Nederlandse liedje, dan fluiten we alles, en op verzoek van Keona doen we het liedje ook een rondje door in onze vingers te knippen.
Daarna doen we weer ons ritme spelletje. Iedereen mag een ritme klappen en de hele klas moet het nadoen.
Debby vraagt of de kinderen het liedje 'Aram samsam' al kennen. Ze zingen het niet op school, maar een paar kinderen kennen het wel van een CD die ze thuis hebben. Luna kent het wel en zingt het samen met Debby voor.
Dan leren we het met z'n allen, met bewegingen erbij. We beginnen heel langzaam en worden steeds sneller. Dat vinden de kinderen geweldig! Ze doen ook heel goed mee.
“Nog een keer!”
Aan het eind mogen alle kinderen even mbira spelen.
Het is heel leuk om de ontwikkeling van deze klas mee te maken. Een aantal kinderen, zoals bijvoorbeeld Boaz of Luna, wilden in het begin nooit iets in hun eentje voordoen, bijvoorbeeld bij de ritmeoefening. Nu klappen ze hele ingewikkelde patronen die de klas dan na moet doen. Dewi zingt gewoon mee bij alle liedjes, dat deed zij in het begin ook niet.
De kinderen vonden het erg leuk om aan het eind nog mbira te spelen, sommige van hen konden het instrument maar moeilijk los laten.