Evi heeft de tamboerijn ontdekt. Ze gaat er keihard op slaan met een stokje. Al snel vormt zich een groepje meisjes om haar heen, en ze gaan samen op de tamboerijn spelen. Keihard, dan weer wat zachter. Onder leiding van Evi en Fiep gaan ze door de hele ruimte: proberen hoe het ergens anders klinkt, of hoe het klinkt als je de trommel omhoog houdt, of juist op de grond of op een mat neerlegt. Aan het eind gaan ze op een kleedje spelen, dat ook nog werd verplaatst.
Al snel bleek dat de meisjes niet alleen keihard aan het trommelen waren, maar echt met een onderzoek bezig waren. Ze verkenden werkelijk de hele ruimte, bewogen van hier naar daar, streken soms ergens neer, of gingen juist op de bank staan om de tamboerijn nog hoger te kunnen houden. Uiteindelijk werd het kleedje heel belangrijk voor hun samenspel. Toen ze aan het eind hun stuk mochten presenteren deden ze dat ook op het kleedje.