Het project­bureau van Toe­val Ge­zocht ini­ti­eert, or­ga­ni­seert en on­der­steunt re­gio­na­le net­werk­groe­pen, een lan­de­lij­ke the­orie­groep, ten­toon­stel­ling­en, con­cer­ten en con­fe­ren­ties.

Uitgangspunt

We gaan op avontuur! Dichtbij de school is een hele spannende plek, het Ratteneiland. Daar willen we met de kinderen op onderzoek naar de geluiden die er allemaal zijn.

Eerst willen we weten wat daar allemaal is, wat ze zich erbij kunnen voorstellen en wat voor geluiden zouden we kunnen horen?

Dan gaan we op expeditie. Erna praten we over wat we hebben ontdekt en luisteren we alvast een paar geluiden terug die we hebben verzameld.

Observatie

Iris: We hebben allemaal nog de schoenen aan, waarom?

We gaan op avontuur op het ratteneiland.

Kinderen: Eng! Ik wil niet! (trekken gezicht van ‘eng’)

Iris: Wat is het ratteneiland?

Kinderen: Ik weet het: er zijn hele grote ratten. Een eiland met ratten; hele grote van 100 meter, van triljard meter, groter dan dino’s, groter dan de hemel!

Kind: het is ergens met bomen, heel veel. Met de naschoolse ben ik in de buurt geweest. Er zijn veel bomen.

Kind: Ik denk dat er blubber is.

Kind: Ik was een keer op een eiland.

Iet: een aantal van jullie is er geweest met de speurtocht.

Kind: het is met gras en bomen en slootjes. In de buurt van het Twiske. Er waren hoge struiken.

Kind: Er waren bomen van bamboestokken met bladeren, zo (maakt groot rond gebaar) het was in Australië.

Iemand anders: maar dat is niet dichtbij.

Lisa: Zullen we op onderzoek gaan! Er naartoe gaan.

We moeten onthouden in je hoofd hoe het eruit ziet (waardoor we het eiland goed leren kennen – vraag van Iris)

Iris: hoe ruikt het ratteneiland?

Kind: naar rat, beetje vies (meerdere kinderen houden hun neus dicht)

Kind: (spelend) ik ben bang!

Iris: we kunnen kijken, ruiken, wat nog meer?

Kinderen: met je oren horen. Goed gaan luisteren. Onthouden waar het is.

Iris: ik ben zo benieuwd wat we kunnen horen?

Kind: dan kun je een rat horen.

Iris: misschien nog meer?

Kind: kikkers! (ze doen al snel kikkers na in geluid en beweging)

Kind: Eenden (ze doen eenden na in geluid en beweging)

Kind: ganzen, zwanen, konijnen.

Iris: hoe klinkt een konijn?

Kind: weet ik niet. Ander kind: snuffelen.

Kind: geritsel van bladeren.

Kind: vossen (de kinderen doen een soort wolvengehuil)

Iris: wat kunnen we daar vinden?

Kind: kaas, voor de ratten.

Kind: wormen.

Kind: vlinders.

Kind: schildpadjes.

Iris: als je daar bent met je ogen dicht, wat kun je dan horen?

Komt niet veel reactie op.

Dave: ik heb thuis een opzoekdinges.

Iet: een loeppotje.

Iris: Als we geluiden willen meenemen, hoe doen we dat?

Dave: in je hoofd onthouden.

Iet: dat is een oplossing, om ze te onthouden, zijn er nog andere oplossingen?

Lisa: Instrumenten meenemen. Dan komen ze naar je toe, de ratten.

Iris: muziek maken voor de ratten?



WE GAAN ONDERWEG

Kind: ik hoor een vogel!

Kind: Een vliegtuig! Helemaal niet bijzonder.

Kind: Juf, kijk, krokussen!

Iet: Maken die ook geluid?

Kind: nee.

Iet: weet je dat zeker?

Ze gaan nu toch luisteren naar de krokussen.

Kind: alleen waaien.

Ze horen nog een vogel.

Kind: zeemeeuwen, van Texel.

Kind: Ik hoor nu een heel ander stemmetje van vogels.



WE ZIJN OP HET RATTENEILAND

Dave: Daar kun je doorheen zakken (het ratteneiland, hij is er duidelijk wel eens voor gewaarschuwd)

Kind: ik hoor iets.

Lisa: als we stil zijn, misschien komen ze dan. (de ratten)

Kind: het stinkt naar poep.

Kind: er is overal modder, die is hier naartoe komen sluipen.

Kind: ik hoor ratten in de modder.

Kind: we hebben iets ontdekt dat ook geluid maakt (ze gooien stokjes in het water)

Kind: Ik kan vissen juf (ze steekt een dun takje in het water als een hengel)

De kinderen pakken verschillende rietstengels. Ze springen op een berg van stro (riet). Ze gooien een grote steen in het water. Ze gooien allerlei soorten takken in het water.

Kind: (over de berg stro) Ik heb ontdekt dat dit een soort springkussen is.

Anna: (kruimelt droge pluisjes van riet) Ik heb sneeuw.

Anna heeft een bosje gras wat ritselt. Ze laat het horen.

Macy komt een tak laten horen: als je hem breekt maakt het geluid.

Evi hoort de wind: ze doet haar ogen dicht om het nog beter te kunnen horen.

Kind: (zwaait met een dunne rietstengel) Als ik zwaai met dit stokje zie je hem bijna niet.

Kind: hé, moet je deze tak horen, juf!

Iris: laten we samen luisteren, mond en ogen dicht.

Het lukt eigenlijk niet om ze een moment stil te krijgen en echt samen te luisteren. De groep is heel groot en overal zijn kinderstemmen.


TERUG IN HET SPEELLOKAAL

Het duurt even voor iedereen zit en we met de les verder gaan.

Iris: wat hebben we gehoord?
Macy: Een tak.
Iris: hoe klonk dat?

Macy klakt met haar tong om het breken van een tak na te doen, de andere kinderen volgen al snel en iedereen klakt met zijn tong.

Dave heeft een vos gehoord, hij maakt een grom geluid.

Anderen kinderen volgen met wolvengehuil.

Luna kind heeft blubber gehoord.
Iris: hoe klonk dat?
Eerst weet ze het niet meer, daarna steekt ze toch haar vinger op.

Als ze aan de beurt is laat ze het horen, ze maakt een soort smakkend geluid met haar lippen.

Sem heeft een rat gehoord, zacht piepen, al snel doen alle kinderen het piepen na.

Een kind heeft het geluid van een tak in riet gehoord hij doet het na met een soort sissen.

Een kind heeft de wind gehoord ‘woesj’ zegt ze en ze doet een soort zacht fluiten na. De anderen proberen het na te doen.

Een kind heeft een meeuw gehoord; al snel staat de hele groep op en maakt meeuwen geluid en vliegbewegingen, ze ‘vliegen’ kriskras door elkaar, kakofonie.

Iet: en dan gaan alle meeuwen weer terug naar hun nest.

De kinderen gaan weer op de bankjes zitten.

Iris stelt voor om te gaan terugluisteren. Lisa heeft dat eerder gevraagd. Nu voelt de overgang vrij abrupt.

Iet vraagt de kinderen op de grond te gaan liggen, met voldoende ruimte ertussen.

Iris laat het geluid terughoren.

De kinderen blijven vrij onrustig en op elkaar gericht.

Als tussen de geluiden door een van hen (stem) te horen is, reageren ze meteen (lachen, praten) Het terugluisteren zelf heeft hun aandacht niet, lijkt het.

Iet: Doe maar alsof je slaapt.

Het blijft onrustig.

Iris: wat is dit?

Nu is er plots veel reactie (kinderen komen half overeind)

Kinderen: takken! Nee, riet!

Iris vertelt dat ze volgende week de geluiden gemonteerd terug gaan luisteren.

Dan stelt ze voor af te sluiten met een stuk muziek voor de lente.

Ze gaan in de kring zitten en vertelt welk muziek stuk het is en dat ze er zo ook op mogen dansen. Veel kinderen springen meteen op.

Iris: We gaan eerst alleen luisteren.

De muziek gaat aan en Iris nodigt een voor een een paar kinderen uit om op te staan en te dansen al snel danst de hele klas door de ruimte. Er wordt ook veel gerend.

Als de muziek afgelopen is gaan ze terug in de kring.


Iris: ik vond dat jullie heel goed onderzoekers waren.

Reflectie

Wat opviel is dat er in het eerste kringgesprek veel aandacht was voor geluiden van dieren, op het ratteneiland zelf waren ze meer op materiaal onderzoek en het verkennen van de ruimte.

Het terugluisteren had nog niet hun aandacht.

Iet: misschien als je in kleinere groepjes zou terugluisteren met een paar kinderen rondom het apparaat. Dan kunnen ze ook allemaal een beurt krijgen en worden ze meer geprikkeld om mee te denken. 10 minuten per groepje terugluisteren max.

Iet stelt voor om morgen (vrijdag) de kinderen te laten tekenen over hun ervaring.

Marieke: eigenlijk doen ze met de natuurlijke materialen hetzelfde als met de instrumenten (voelen, bekloppen, kijken hoe het in elkaar zit)

Iris: wat opvalt is het nadoen van de geluiden, daarmee maken ze zich de geluiden eigen.


Misschien kunnen ze volgende week in kleine groepjes terug naar het ratteneiland.

Eventueel kunnen ze dan als opdracht meekrijgen: wij (ons groepje) hoort dit nu maar gaan we dat aan de anderen laten horen (die hier niet bij zijn)?

12

Ontdekkingstocht op Ratteneiland

dag 08
15 maart 2012
We gaan naar een spannende plek
En het is mooi weer!
Hier is het Ratteneiland
We horen de wind!
De blubber maakt ook geluid
Wat hebben we ontdekt?
Terugluisteren van de geluiden
De ontdekkingstocht in film
Toeval Gezocht on­der­zoekt as­pec­ten van de re­la­tie tus­sen kunst en le­ren. Ei­gen on­der­zoek, als op­dracht­ge­ver van on­der­zoek en sa­men­wer­king met we­ten­schap­pe­lijk on­der­zoek.