De kinderen reageerden vorige week heel sterk op mbira muziek en voelden meteen de drang om mee te doen. Deze week hebben we samen een liedje gezongen.
We hebben een paar regels afgesproken over het muziekmaken, en die regels in de kring geoefend. We hebben ook muzikale spelletjes gedaan in de kring, waarbij je heel goed naar elkaar moest luisteren. Er werd gewerkt aan samen muziekmaken en voorspelen. De kinderen werden in groepjes ingedeeld en aan het eind heeft ieder groepje een stukje gepresenteerd.
De kinderen hadden er echt zin in toen ze binnenkwamen en gingen volop meezingen. Ze moesten op de lijn van de cirkel gaan zitten, maar al snel wilden ze bewegen of anders gaan zitten.
Dan mocht iedereen met de voeten op de cirkel gaan staan. De spelletjes waarbij je een ander moet nadoen, of iets allemaal tegelijkertijd doen (zonder af te tellen) leek iedreen leuk te vinden. Het vroeg wel opperste concentratie: bijvoorbeeld allemaal tegelijk klappen. Soms lukte dat heel goed. Andere keren klonk het als een waterval.
We hadden een gesprekje over vorige keer. Isa stelde voor om iets af te spreken om allemaal stil te zijn. We spraken af dat, wanneer iemand zijn hand in de lucht doet, we allemaal stil zijn en onze handen in de lucht doen.
Al zittend in de kring kregen alle kinderen een klankstaaf van Debby. Het was te moeilijk om met de klankstaaf in de hand te wachten voordat je eindelijk een stokje kreeg, dus begonnen vrijwel alle kinderen al op de een of andere manier te spelen.
Dan lieten we aan elkaar horen hoe je zonder stokje kunt spelen. En dan met stokje.
Tijdens het werken in de kring vonden sommige kinderen het heel moeilijk om te luisteren, naar elkaar en naar Debby. Dan werden er groepjes gemaakt. Elk groepje mocht samen een muziekstuk maken.
Het stilzitten en luisteren was moeilijk voor de kinderen, terwijl ze zelf aangaven dat belangrijk te vinden. Sommige kinderen vonden het erg moeilijk om hun instrument weg te leggen. Isa, die het idee van de hand in de lucht had geopperd, vond het zelf ook moeilijk. Ze staken dan een hand in de lucht en bleven met hun andere hand spelen. Of deden hun andere hand met instrument en al in de lucht.
Je zag de kinderen steeds de drang hebben om te bewegen bij het muziekmaken. Daar willen we graag meer mee doen.
Het samenspelen ging heel goed! Er zijn mooie stukjes gemaakt.