Boven het blauwe vel papier hebben we een stuk kippengaas gehangen. In het midden zakt het naar beneden, aan de randen krult het omhoog. Dit laten we zo. We vertellen de kinderen dat ze er dingen in kunnen hangen.
'Oh, er hangt een net!' wordt er bij binnenkomst door verschillende kinderen geroepen.
Benjamin heeft een mooi schelpje mee dat hij met een blauw touwtje vastknoopt. 'Dat hoort ook bij de zee.'
Er wordt langzamerhand steeds meer papier en wol in het golvende gaas gehangen. Sommige kinderen beginnen ook kleine friemelige dingetjes te maken; van ijzerdraad, pluisjes, stukjes papier of gevonden rommeltjes en hangen die in het gaas.
Savannah probeert iets op een plek te hangen waar het al erg vol is. Ik pak een stoel en zet die bij het hogere deel. 'Zou je er zo bij kunnen?' Meteen klimt ze op de stoel en friemelt haar dingetje door het gaas.
Al weken lang ligt er gekleurd op het strand gevonden touw in het atelier. Op verschillende momenten hebben we geprobeerd het onder de aandacht van de kinderen te brengen. Maar het had nooit hun interesse, misschien was het te groot of te zwaar of voelde het niet prettig.
Nu probeer ik het opnieuw. Ik houd het omhoog: 'vind je dit wat?' Ze knikt enthousiast en geeft mij aanwijzingen hoe ik het vast moet houden zodat zij het vast kan knopen in het kippengaas:
'Dit is een stekelvis en dit is paarse zeewier. Kijk eens wat ik heb vast gemaakt.'
Hanneke