We stellen de kinderen voor om een vulkaan te maken. In kleine groepjes gaat ieder kind twee materialen kiezen.
Adelijn: "Wat voor vulkaan ga jij maken Serena?"Serena: "Van ijs."Nadim: "Een vulkaan met glitters."Amancio: "Wat is glitters dan?"Nadim: "Dat je zo hoort ‘tjing'!"
Adelijn: "Hoe gaat jouw vulkaan eruit zien?"Serena: "En vulkaan gemaakt van ijs ga ik maken."Amancio: "Hij is bruin."Nadim: "Van glitter."
Alledrie kiezen de kinderen doorzichtige plastic doosjes en bamboestokjes om mee te werken. Amancio en Nadim verliezen hun interesse. Serena werkt aan tafel stug door, eerst met lijm en later met plakband om de doosjes te verbinden.
Serena (tegen zichzelf): "Ik ga van ijs maken die vulkaan. Maak van ijs maken..."
Als het klaar is presenteert Serena de vulkaan aan Adelijn: "Tatatata: IJsvulkaan!"