Observatie

In drie groepjes wordt er gepraat over vulkanen. Het groepje van Amancio, Johan, Zakaria en Soulaiman bespreken eerst even hun vorige bouwwerk van een vulkaan. Mirjam: Wie heeft er eigenlijk wel eens in het echt een vulkaan gezien? Johan: Ik heb wel eens een vulkaan gezien, die hard kon knallen. Mirjam: Waar was dat, weet je dat nog? Johan: Dat was heel ver. Mirjam: Op vakantie? Johan: Nee, dat was niet op vakantie, maar dat was in het echt. Toen waren er dinosaurussen aan het lopen. Geerly: Was dat in een film ofzo? Johan: Nee. Mirjam: In het echt had je dinosaurussen en een vulkaan gezien? Johan: Ja, in het vliegtuig van boven naar beneden. Vervolgens bekijken ze verschillende plaatjes van vulkanen. Mirjam: Wat zie je allemaal, Zakaria? Zakaria: Een alkaan, en bomen, en gras. Johan: En een vulkaan. Mirjam: Is dat altijd zo bij vulkanen dat er allemaal bomen en zo omheen groeien? Johan: Ja, anders kunnen de mensen niet zien dat er een vulkaan is. Mirjam pakt de plaatjes van de andere vulkanen erbij. Dan blijkt dat er niet altijd planten en bomen om een vulkaan heen groeien. Ze bekijken een vulkaan in de sneeuw. Mirjam: Wat zie je hier? Amancio: Het wordt donker! Mirjam: Wat zit er omheen? Zakaria: Een, uhm… Amancio: Nee wacht even! Het is ijs, en het wordt donker, er komt wolken. Dat is de ijsvulkaan! Zakaria: Dat is de ijsvulkaan. De ijsvulkaan! Amancio: Plotseling komt er ijs. En weet je wat er komt dan? Vuurwerk. Mirjam: Over vuurwerk gesproken… Mirjam laat het plaatje van de uitbarstende vulkaan zien. Allemaal: Whoooooooooo! Mirjam: Hoe zou dat nou komen? Soulaiman: Het is vuur. Mirjam: Hoe werkt dat dan, zo’n vulkaan? Daar hebben de jongens verschillende theorieën over. Volgens Zakaria komt er als je vuurwerk in de vulkaan doet het er bovenaan uit. Soulaiman denkt dat er vuur in zit dat gaat branden. Johan denkt dat als je een kaarsje binnen in zet op een springtouw, en het springtouw laat draaien, dan gaat het omhoog en komt er aan alle kanten vuur. Mirjam: Wat zit er eigenlijk in een vulkaan? Amancio denkt lava. Hij legt aan de rest uit wat dat is; het zit op een vulkaan, is rood, en het is hard. Hij heeft het wel eens in een film gezien. Dan vraagt Mirjam wie er eigenlijk in een vulkaan woont. Zakaria zegt ‘ik’. Amancio weet te vertellen dat er een meneer lava in een vulkaan woont. Hij heeft rode kleren aan. Zijn huis staat eigenlijk bij de vulkaan. Daar slaapt hij in. Als hij onder de vulkaan zou slapen wordt hij een monster. Mirjam: Zouden er ook monsters in de vulkaan wonen? Johan: Ja ik weet het, aliens. Amancio: Aliens zie je vaker op de ruimte.