In vier groepjes van drie kinderen zijn we langs alle werken gegaan. Deze waren opgesteld in het atelier, in de klas en op de gang.
Hieronder staat het verslag hiervan per groepje.
Jesse met Samier, Terence en KubraBij de knikkerbaan kwamen we het probleem tegen van een balletje dat vastzit. ´Het balletje is vast´, zei Samier dan ook beklemd. Hij baalde er echt van. Toen het eindelijk een keer wél lukte was Kubra gelukkig: 'hij is gevallen, gelukt!'.
Kubra heeft enkele dagen lang gewerkt aan een 'taart'. Ze kon precies vertellen wat de chocolade, suiker, kaartjes en de haren van de taart waren. Want de taart was ook nog een hoedje op haar hoofd. Samier vond het meer op een 'eilandhoedje' lijken.
Direct hierna lied Kubra haar boot zien, met mensen erin, opgehangen aan touwtjes aan het plafond. Op de vraag wat iets was zei ze geheimzinnig: 'het zijn dingetjes'. Samier: 'ik vind deze mooi!'.
Achter de boot stonden twee monsters van klei. Allerlei stekels en enge vormen. Terence zei dat hij 'voor niets bang was'. Na even doorvragen konden ze alledrie toch wel iets bedenken (spinnen bijvoorbeeld of 'ik ben alleen bang in het spookhuis..., grapje'). Samier kon zich het bestaan van klei goed voorstellen: 'dat is een leven. Water erop en léven!'.
Mayke met Elayah, Kelsey en Ali.Ali: Dit is een spook. Dit een raam, maar die is fout. Want we hebben honderd ramen.
Kelsey: Waarom is die fles?
Ali: Dat is een raket.
Elayah: Waarom zijn die ballonnen?
Ali: Dat is een alarm!
Dit is van Jonah. 'Wat heeft hij gebruikt?'.
Elayah: Hij hier een auto gemaakt. Misschien is dit wel een racebaan. Misschien wel een plek waar maake is!'.
Was het moeilijk om te maken?
Elayah: nee, de randjes zijn niet goed.