De kinderen kiezen
Het maken van de spookauto was een plan van vorige week.
Abbes: Dat is geen wiel, dat is een lamp.
Ali plakt wielen aan de kar, maar prikt er ook een stokje door. Ze zakken nog steeds scheef. Maria helpt hem met een dop op het stokje.
Abbes plakt zijn wielen, maar ze vallen er steeds af.
Maria: Abbes, kom eens kijken wat Ali heeft gemaakt.
Abbes: Nee.
Abbes: Nee… lampen maken, Ali.
Ali: Dan moet je kleine dinges hebben.
Abbes: Oh, ja.
Abbes: Ali, je hebt stinkvoeten.
Ali: Waar moet ik opplakken?
Abbes: Ali, wil je me helpen?
Ali: Strakjes.
Het rondje valt er steeds af. Daarom liet Maria zien hoe je ook met stokjes iets vast kon prikken in plaats van plakken. Het leek of te kinderen te moe waren om dat vandaag zelf te bedenken.
Ali: Ik doe hem op dak.
Ali tekent auto´s op de spookwagen.
Raymondo: Kijk Abbes, ik zei toch dat hij het doet. Je hebt niet gelijk.
Dan is het gedaan met de concentratie.
We komen op het idee om de spoken weer op de wagen te gaan prikken.
Dan gaat Ali nog schrijven: auto, auto. Hij kijkt of de letters kloppen.
Ali tikt met een stokje op verschillende onderdelen van de spookwagen: Ik ga lekker muziek maken.
De kinderen moeten nu opruimen.
Samier: Ik kan niet heel veel, ik ben moe gewoon.