Het project­bureau van Toe­val Ge­zocht ini­ti­eert, or­ga­ni­seert en on­der­steunt re­gio­na­le net­werk­groe­pen, een lan­de­lij­ke the­orie­groep, ten­toon­stel­ling­en, con­cer­ten en con­fe­ren­ties.

Observatie

Deze keer staan stemming, sfeer en het muzikaal gesprek centraal.
In de grote groep zingen de musici het liedje “We zijn nu bij elkaar” heel snel en klappen erbij zodat het als Flamenco klinkt. De kinderen zijn opgewonden en springen van hun stoelen. De groepsimprovisatie bruist en dit keer wordt het geluid heel hard zodat het pijn in de oren doet!

Alle kinderen zingen hun namen en verzinnen en geluid erbij.  Elk kind heeft een heel apart geluid. Lucas laat het geluid van zijn losse tand horen.

De kinderen luisteren naar een stukje Flamenco. Ze dansen en maken veel bewegingen. Daarna luisteren ze naar “The Fairy’s March” en “The Dance of the Clowns” van Mendelssohn. Klinkt het vrolijk of droevig? Elk kind ervaart het anders.
Afsluitend bedenken de kinderen iets vrolijks of iets droevigs dat ze ooit hebben mee gemaakt en proberen het te zingen.
Lucas vertelt over de keer dat zijn vader 2 weken weg was. Petra vraagt: "Zou je dat ook kunnen zingen? Mijn vader is weg?" Nee, zegt Lucas.
Petra vraagt: "Kan iemand anders dat zingen, voor Lucas?"
Niels B. steekt zijn vinger op, en zingt: "Mijn vader is weg". Het klinkt heel droevig, en we zingen het met z'n allen mee.

Nadat de kinderen naar een stuk Flamenco hebben geluisterd:
Pepijn: “Ik vond het een beetje Arabische muziek van toen ik ook in Egypte ben geweest.”
Martin: “Op het strand in Spanje.”
Lars: “Zoals in Mexico buiten hebben mensen ’s nachts muziek gemaakt.”
Pepijn: “Het klonk alsof van een arme man.”

Reflectie

De kinderen zijn gevoelig voor verschillende stemmingen en kunnen deze muzikaal uiten.
Ze zijn zich bewust dat “heel hard” ook storend kan zijn.
Bij het luisteren naar muziek kunnen ze zich steeds beter over het gehoorde uiten.

34

Dag 9 - In de grote groep

dag 09
6 april 2009
Niels zingt voor Lucas: 'mijn vader is weg'.
Toeval Gezocht on­der­zoekt as­pec­ten van de re­la­tie tus­sen kunst en le­ren. Ei­gen on­der­zoek, als op­dracht­ge­ver van on­der­zoek en sa­men­wer­king met we­ten­schap­pe­lijk on­der­zoek.