Met twee groepen gaan we in de klas aan de slag gaan met het tekenen van portretten.
Wij letten vandaag vooral op hoe de kinderen naar elkaar kijken. Hoe reageren de kinderen op hoe ze beschreven worden en hoe reageren ze later op de tekening die van henzelf gemaakt is? Herkennen ze zichzelf, kunnen ze de tekenaar reflectie geven?
Eerst gaan we elkaar goed bekijken. De kinderen krijgen een spiegeltje om zichzelf te bekijken. Wat hoort bij jou? Wat maakt jou bijzonder? Wat moet iemand zeker tekenen als hij/zij jou tekent? Een moedervlek, donkere ogen een kuif in het haar.
We bekijken met elkaar de mogelijkheden van het houtskool en halen herinneringen op van de eerste keer dat we met houtskool gewerkt hebben (op het grote vel papier): Vegen , dunne lijnen, dikke lijnen, donker en licht.
De kinderen zijn heel gemotiveerd, werken hard en kijken goed naar elkaar. Het was heel stil in de klas. De kinderen corrigeren elkaar, wijzen elkaar op dingen zoals mijn haar is langer, ik heb donkere ogen.
Als hun portret af is schrijven zij ook een brief voor diegene die zij hebben geportretteerd. In de brief vertellen ze waarom ze hem/ haar gekozen hebben, wat ze hebben gemaakt, hoe het gegaan is, waar ze op hebben gelet etc. De tekening en de brief worden samen in de postvakjes gedaan.
Maaike
We praten over het houtskool, wat kan je ermee?
Marloes: Houtskool is van die stukjes, het geeft een beetje af, je krijgt er zwarte vingers van.
Asmara: Op papier kan je er heel goed mee tekenen en dan moest er haarlak over, dan geeft het niet meer af.
Sydney: Als je hard drukt wordt het licht en als je niet drukt wordt het donker.
Romie: Nee, als je hard drukt wordt het donker.
[En over licht] En als je zo heel zacht doet, proberen om niet op dezelfde plek te komen, want dan wordt het donker.
Sydney: Ja dat bedoel ik.
Marieke