Observatie

Voor de kinderen staat er een verrassing in de klas.
Hanneke vraagt wat er onder de gele doek zou kunnen zitten. De kinderen raden direct dat de ladenkastjes er onder verstopt zitten. Maar hoe zien ze er uit? Hoe klinkt het, hoe voelt het, hoe ruikt het?

En wat kan je er in doen?

Marieke

Wij richten ons vandaag op de manier waarop en hoe de kinderen hun identiteit zichtbaar maken op hun laatje.
Trekken de kinderen hun eigen plan, of kijken ze naar vriendjes/ vriendinnetjes?
Welke materialen kiezen de kinderen, welke kleuren en hoe gaan ze er mee om in het verwerken?
Grijpen de kinderen terug op de inhoud van hun zakje, gaan ze er op door?

We vertellen de kinderen dat iedereen een eigen laatje krijgt dat we deze de komende tijd gaan gebruiken als postvakjes en we stellen voor dat iedereen zijn laatje zo versiert dat we hem kunnen herkennen. De kinderen kunnen materiaal gebruiken uit de 'atelierkast' en we geven ze een vel papier om eerst een ontwerp te kunnen maken.
De kinderen gaan op verschillende manieren aan de slag. Er wordt eerst driftig materiaal gezocht. Thijmen tekent een ontwerp waarbij hij probeert de verhoudingen van de voorkant van het kastje met zijn handen te schatten. Hierna maakt hij de tekening heel precies na op de voorkant van het laatje. Sommige kinderen maken composities met de spulletjes in het laatje of beplakken alle randen. Anderen zijn meer bezig met het onderzoeken van het materiaal; alleen of juist met elkaar.
Alle kinderen werken enthousiast en met veel plezier.

Hanneke

Sjors: Het klinkt als hout.
Lotte: Het is heel hard.
Kaylee: Ik rook hout.
Lisa: Ik ruik zaagsel.
Asmara: Nee, het ruikt lekker naar nieuw.

Kaylee: Je kan er liefdesbrieven in doen.
Hanneke: Bij jezelf of bij een ander?
Kaylee: Nee, in een ander laadje doe je dat dan.
Dick: Het kan ook een informatielaadje worden. Dan kan juf er informatie in doen van wat wij moeten doen.
Hanneke: Zou je het leuk vinden om er een verrassing in te krijgen?
Klas: Ja!
Hanneke: Wie heeft er wel eens een verrassing gekregen?
Kay: Heel vaak.
Hanneke: Heel vaak?
Kay: Jaha.
Hanneke: Wat dan?
Kay: Het is altijd ingepakt. Ik heb heel veel speelgoed.
Hanneke: O het is dus speelgoed?
Mila: Ik krijg van oma veel dingetjes, in een tasje, make-up spulletjes.

Maaike