Het project­bureau van Toe­val Ge­zocht ini­ti­eert, or­ga­ni­seert en on­der­steunt re­gio­na­le net­werk­groe­pen, een lan­de­lij­ke the­orie­groep, ten­toon­stel­ling­en, con­cer­ten en con­fe­ren­ties.

Uitgangspunt

Debby introduceert het project:
“Vandaag is een bijzondere dag, omdat we samen een avontuur gaan beginnen. Dat heeft te maken met de geluiden bij jou thuis. We willen kijken, of we de geluiden van thuis hier naar school kunnen halen. Want hoe klinkt thuis eigenlijk? En hoe klinkt thuis hier op school?"
Tot aan de grote vakantie gaan we hiermee aan de slag.

Dan nemen juf Jose en juf Debby de kinderen in gedachten mee naar huis.

Daarna worden de kinderen uitgenodigd de geluiden van thuis te tekenen.

Aan het einde zingen we een liedje ter afsluiting.

Observatie

De kinderen zitten in kleermakerszit in de kring en luisteren.
Als Debby het project introduceert: “We willen kijken of we de geluiden van thuis hier naar school kunnen halen”, zegt een kind meteen: “Dan moet je de hele deur mee naar school halen.”
Daliya vertelt dat zij een fluit heeft.
José : “Volgens mij zijn er in ons huis nog meer geluiden. We hadden daar nog een liedje over geleerd.”
Rutger: “Ik heb een gitaar, en daar speelt mijn vader soms op.”
Janna de L: “Dan hoor je de bel”.
Thijs vertelt over auto's die bomen omzagen op het plein.

José neemt de kinderen in gedachten mee naar huis: “Jongens, we gaan in ons hoofd eerst eens even in de keuken. Dan gaan we even goed luisteren, wat hoor je in de keuken?”

Sam: “Het geknetter van het koken, dat hoor ik heel vaak.”
Rens: “Ik hoor soms de vaatwasser rammelen, dan is hij klaar.”
ander kind: “Het raam.”
Sven: “Het keukenkastje”
Janna de l.: “Een wekker”.
José: “Een wekker in de keuken?”
Janna: “Kijk, als het eten klaar is, gaat dat ringetje toch.”
Jose: “Oh ja, natuurlijk!”
Anouk: “De Aga”
José: “De aga, wat is dat?”
Anouk: “Zo'n ding met 4 ovens.”
José: “Dat heb ik niet thuis, maar als dat bij jouw thuis is , dan is dat zo.”

José: “Jongens even in je hoofd, in de keuken.”
Sam: “Ik zit ergens anders.”
José: “Waar zit je dan?”
Sam: “In mijn kamer.”
andere kinderen: “Ik ook!”

José: “Ok, even in je hoofd, even naar je kamer. Even wachten, we moeten in ons hoofd even naar de kamer lopen. Jij was al in je kamer, wat hoor je?”
Sam: “De verwarming, als ie aangaat en uitgaat, dat hoor ik altijd in de nacht. Dan hoor je geknetter van water.“
Morris: “De wekker”
Damien: “Ik zit niet in mijn kamer, ik zit bij de televisie."
Ik hoor :"...joepie!”
Anouk: “Als ik op m'n bed ga liggen, dan kraakt mijn bed soms.”
Sam: “Mijn bed kraakt altijd, want ik zit hoog.”
Prothoma: "Als ik naar de badkamer ga, dan gaat mijn water soms een beetje verzamelen. Dan hoor ik alsof je gaat plassen. Dat doet het water altijd."

Dan neemt Debby de kinderen nog verder mee in gedachten naar huis, waar ze ook willen (ze mogen het zelf bepalen, maar niets zeggen). Daarna mogen de kinderen geluiden tekenen.

Reflectie

Zodra Debby het thema introduceert worden er verschillende soorten geluiden genoemd, zoals de deur die mee naar school moet, de deurbel of de fluit van Daliya.

De kinderen gaan heel goed in gedachten mee naar huis. Het is duidelijk, dat José dit wel vaker met ze doet. Ik (Debby) vond het opvallend dat de kinderen daar ook meteen een soort vrijheid in nemen, want toen José nog met ze in de keuken was zei Sam ineens: “maar ik ben ergens anders”.

Er werd een rijkdom aan verschillende soorten geluiden genoemd: de wekker, het geblubber van de verwarming, het geluid van de bomen die gekapt worden op het plein, het geknetter van het koken...

Helaas hadden we geen tijd meer om aan het einde van de les een paar tekeningen te bekijken en naar aanleiding daarvan weer over geluiden te praten of ze te verklanken. Dat gaan we volgende les doen.

12

Hoe klinkt thuis op school? Het avontuur begint

dag 07
11 maart 2013
Praten over geluiden van thuis
...in gedachten naar huis gaan.
Tekenen
Aan het einde zingen we een liedje in de kring.
Toeval Gezocht on­der­zoekt as­pec­ten van de re­la­tie tus­sen kunst en le­ren. Ei­gen on­der­zoek, als op­dracht­ge­ver van on­der­zoek en sa­men­wer­king met we­ten­schap­pe­lijk on­der­zoek.