Het instrument dat ik introduceer is de Kes Kes; een soort shaker achtig instrument. Maar ook ons eigen instrument; ons lichaam: Hoe klinken wij?
De kinderen gaan op onderzoek naar geluiden die ze (zelf) kunnen maken. En met de Kes Kes. Daarna kunnen ze misschien verwoorden wat ze hoorden.
Eerst in de cirkel, dan ook daarbuiten.
In de kring:
Hoe klinken wij? We gaan op onderzoek naar geluiden en bespreken de geluiden die de kinderen met hun lichaam hebben ontdekt en gehoord:
‘..tsj..tsj..tsj…’ (met de mond, alle kinderen doen het na). ‘Het geluid van adem’…..’Het geluid van de wind in je oor’ (wapperend met je arm in de lucht)… ‘Het schuiven van voeten’…‘ Ik hoor tingelingeling’ (gezongen hoge tonen bij het gekrabbel aan een rokje van crepepapier…)
In de ruimte met ook de Kes Kes:
Bijna alle kinderen lopen en rennen op de zijwand af. Deze is gedeeltelijk van hout. Daarboven, waar slechts een paar kinderen bijkunnen, is beton. Zij tikken met de kes Kes op het hout, daarboven , op de grond, zij staan met hun oren aan de muur te luisteren.
Uitspraken bij het Kes Kes onderzoek:
‘ Hey..ja, het klinkt allemaal hetzelfde!’…‘ Nee…‘ Wel hoor!’….‘ Ik hoor van hier en dan van daar want ik weet van de vorige keer dat…’
Bijzonder, die gezamenlijke toestroom naar de wand; het tikken op het hout en het beton. Het uitzwermen naar andere plekken in de ruimte, het bewegen/dansen met de Kes Kes. Tegenover de fijne en stille (fysieke) geluiden die ontdekt zijn en de ontdekking dat luisteren naar de muur alleen stil kan zijn, maar je soms ook wel wat hoort. Kortom de grote luisteraandacht en de associaties die de geluiden oproepen.