Myo: 'het is een grote stokding. Een stokwolf. Ik moet alles plakken dan gaat het niet kapot'.
Myo is eerst bezig met het plakband/tape. Dan gaat hij timmeren. Hij slaat op de steen. Ik vraag wat hij doet. 'Dan kan je er beter op plakken', zegt hij. Later is hij in de weer met elastiekjes die hij geconcentreerd van tak naar tak spant. Als er een ander kind te dicht in de buurt aan het werk gaat raakt Myo geïrriteerd. Maar zodra het kind weg is gegaan, gaat Myo weer geconcentreerd verder
Joris: 'het is hangende kippe, dit heb ik gemaakt. Een hangend wolfje'.
Joris ging voor het eerst timmeren. Het lukte niet zo goed. Toen plakte hij de spijker vast met plakband en ging weer verder met timmeren.
Mink: 'ik maak een stoomboot'.
Jango is met een paarse stift op het beestjespaleis aan het tekenen. Hij zegt tegen mij 'is het erg als het een beetje kapot is?'. Ik kijk en zie dat hij met zijn stift een gaatje heeft gemaakt in het crepe-papier. Nee, zeg ik, dat hebben vast de beestjes gedaan. 'Ja, kakkerlakjes' zegt hij. 'Er wonen alleen kakkerlakjes'.
Linda
Mink is aan het eten en drinken op de gang. Ray zit op een stoel bij het hout en wacht. De hamer houdt hij goed bij zich. Af en toe vertelt hij iets over de spijkers, houtjes, theezakjes, tape, karton enz. op de houten vlonder voor hem. Bijvoorbeeld waar de brug is en hoe je daar onder door moet. Dan wacht hij weer verder tot Mink terug komt.
Petros is vol overgave aan het timmeren, samen met Ilse. Ze bewegen heel soepel om elkaar heen.
Na een tijdje ontdekt Petros de lijm. Hij laat een druppel op een tak vallen en kijkt dan of de druppel ook weer naar beneden valt.
Ik zit een tijdje bij het hout te kijken. Later komt hij me halen omdat hij de spijker er niet helemaal in krijgt. Maar voordat ik iets kan doen heeft Ilse hem al met een paar ferme slagen helemaal in de tak getimmerd.
Hanneke