Het project­bureau van Toe­val Ge­zocht ini­ti­eert, or­ga­ni­seert en on­der­steunt re­gio­na­le net­werk­groe­pen, een lan­de­lij­ke the­orie­groep, ten­toon­stel­ling­en, con­cer­ten en con­fe­ren­ties.

Observatie

Mink en Ray spelen met de rode klei op de lichtbak. Ze hebben van opstaande randjes hekken gemaakt die verschillende ruimten insluiten.

M.: We zijn toch een dierentuin aan het maken Ray?
R.: Ja, en hier komen de dieren in, he?
Dan mag jij dit klei. Kijk een grote schep.
M.: We hebben nog wat klei over.
Kijk dit is ons dichtpoort.
R.: Watte?
M.: Dit is ons dichtpoort en die is dicht.
En dit poortje, en dit is nog een poortje dat ze naar buiten kunnen. In het enge bos, dat ze zo kunnen; lalalalala.
R.: Mag heel klein park. Mag heel klein parkje.
M.: Een heel klein parkje waar ze eten kunnen halen.
Zo deur open, het deurtje dicht. Zo ik ga naar binnen en dan weer het deurtje dicht.
R: Nee, dat mag niet. Want dat was voor het wolvenpark. En dit was het wolvenhuis.

M.: Ik heb nog steeds in het heel veel klein.
R.: Jij mag de bot.
M.: Nee, dat is voor jou.
R.: Hé, dank je wel. Dan mag jij die.
(lachend) Hé kijk, bwwwwhhh
M.: Zo, dan mag ik ook een stuk eraf.
(hard roepend) Ik ga een heel groot gebouw maken!
R.: Maar..... dat huis; die is de hond?
M.: Maar dan gaat 't huis weer kapot.
R.: Maar we hebben wel een huis, jouw huis, goed?
Niet helemaal af, niet, toch?
(ineens veel harder) dit is de deur, dit is de deur, toch?
M.: Die is nu even dicht!
R.: Ja.
M.: Zo kunnen de wolven er niet doorheen. Maar het moet wel zo zijn, hier kunnen we ook naar binnen.
Ze kunnen niet...., ze kunnen wel...., ze kunnen wel maar niet zo goed. Ze kunnen heel goed klimmen, juist.
R.: Hier komt de klimding!

M.: Ze kunnen naar buiten! Ze kunnen naar buiten Ray; ontsnappen!
R.: Niet helemaal.
Ze mogen niet ontsnappen.
M.: Nee
R.: Nee, hoe komt dat?

M.: Daar moeten de wolven blijven, in dat kleine hokkie. En die kon je ook niet zien. Hihihihihihi.
Dan gaat tie whop whop whop, hij kan nergens naar toe.
R.: Nee, hij gaat zo terug.

M.: (tegen Britt) Kijk eens wat we hebben gemaakt Britt: wolvenverblijven. Zo'n klein wolvie.
R.: Ja.

Ze maken vieze geluiden:

M.: Ik heb klei in mijn mond.
R.: De mijne ook.

Nog meer vieze geluiden.

R.: Kijk nou in de klei.
Dit is ook de hek, toch?
M.: Kijk dit hek is helemaal uitgestrekt.
R. Nou met mij, he?
M. Als die nou open zijn , dan was hier nog een hek. Als die nou hier naar toe gaat dan kan die er toch nog niet in.
R.: Nee.
M.: (tegen Linda, de stagiaire, die langs komt) Hier zijn we pas. En als die nou dit probleem ervan maakt....., en als die nou hier tegen komt dan kan die, en als die nou hier tegen komt dan is 'ie er nog niet.
Dit kan je echt niet stuk maken.
R.: Dat moet je echt niet stuk maken.

M. Nu mag je er wel een foto van maken.

Ze bekijken de foto.

M.: Ja, dat hadden wij gemaakt..
R.: Met ze twee.
M.: Met z'n tweetjes. Ik had dit gemaakt.
R.: Ik heb dit gemaakt.

hanneke

32

wolvenverblijven

dag 10
19 september 2007
mink en ray
mink en ray
mink
ray
het uiteindelijke werk
Toeval Gezocht on­der­zoekt as­pec­ten van de re­la­tie tus­sen kunst en le­ren. Ei­gen on­der­zoek, als op­dracht­ge­ver van on­der­zoek en sa­men­wer­king met we­ten­schap­pe­lijk on­der­zoek.