Ons gesprek vanochtend ging over de vraag "waar zou jij willen wonen?"
"In Marokko, in Turkije , Kroatie"
De kinderen zijn enthousiast.
Jente wil gewoon hier blijven.
"Ik ook, ik ook, ik niet."
"Hoe ziet het daar uit?"
"Leuk."
"Hoe ziet leuk eruit?"
"Dat het heel grappig is."
"Ik wil altijd thuis blijven."
"Ik wil niet thuis blijven."
Noah: ik wil in een tent wonen en slapen.
Het huis van Thomas is geel en het dak is bruin en binnen in het huis zijn spulletjes.