Het groepje begon, nadat ze buiten waren geweest, eerst de individuele verzamelingen te ordenen. Ieder op haar eigen manier. Hierna zijn ze voorwerpen toe gaan voegen die uit het atelier kwamen. De kinderen probeerden hun soorten zacht te benoemen en hierna hun verzameling opnieuw te ordenen. Dit deden ze in eerste instantie individueel, maar daarna werd er toch samengewerkt.
Er ontstonden doosjes met verschillende soorten zacht, kleedjes met zachte dingen…. ‘Er zijn wel 20 soorten, nee misschien wel 30 soorten zacht.’
Na de pauze hebben ze geprobeerd de verschillende soorten zacht (wel 30) te benoemen. Harig zacht/pluizig zacht/ hard zacht (glas)/ veer zacht/ kleine stukjes zacht/ snel voelen zacht (als je met je handen heel snel door een bak met kraaltjes gaat voelt het zacht)/ raar zacht (omdat het niet echt zacht is) De verzameling werd opnieuw bij elkaar gelegd, maar pas in de laatste 5 minuten kregen ze de slag te pakken en begonnen ze ook samen te werken. Ze zouden er wel nog veel langer mee door kunnen gaan.