Samen maken verschillende jongens een vulkaan. Ze duwen de klei op elkaar, zo hoog mogelijk, zonder verbaal overleg. Het kleiwerk moet de lucht in, zo hoog mogelijk! Wel tien keer is er een gat in de vulkaan gemaakt dat vervolgens door een ander werd dichtgestopt. Anuouar zat rustig bolletjes te maken. Jonathan maakte slangetjes.
Geerly constateert dat tijdens het werken met haar groepje geen gesprek mogelijk was. De jongens wilden vooral doen, er ontstond strijd om de klei, wie doet wat? Ze wilden elkaar overtreffen, en dat kwam op een fysieke manier tot uitdrukking. Toch is het niet uit de hand gelopen en hebben ze aardig samengewerkt aan één gezamenlijke vulkaan.