Trots zijn de kinderen als ze zelfs aan die grote bovenbouwers durven te vertellen wat ze allemaal hebben gemaakt.
Jango durft eerst niet zo goed en vertelt pas iets over het beestjespaleis als de grote jongens al weer door gelopen zijn. Maar als hij het een tweede keer mag proberen vraagt hij aan iedereen of hij iets wil weten over het ruimtestation.
Julia wil eigenlijk wel weer gewoon aan het werk en inspecteert haar bomvolle doos. Een fotorolletje met plaksel is open gegaan en de lijm is opgedroogd tot een mooi plakje met een gat er in. 'Kijk, een pakkertje' zegt Julia, en ze verandert het snel in 'kneedgum' en met nog één beweging in een 'rolletje toren'. Een rondleiding wil ze ook best geven: Ze pakt een (door haar uit een panty geknipte) bal uit het net; 'kijk deze bal zit nog in zijn velletje'. En met een zwierige zwaai gooit ze hem weer terug.
Thorsten kan bijna niet wachten tot iedereen bij de boot komt staan. En de verhalen die hij vertelt breiden zich nog altijd uit.
Jitte staat bij de blauwe zee. Zenuwachtig frunnikt ze aan de fietssleutel die ze om haar hals heeft hangen. Toch doet ze het, helemaal alleen antwoord geven op alle vragen van al die grote kinderen.
'Wat is dit?' 'De zee' 'Waar is 't van gemaakt?' 'Van blauw' 'Ja, dat zie ik wel maar ik bedoel; welk materiaal?' 'Nou, touw en ijzerdraad en verder weet ik het niet meer.'
Hanneke